Het wordt eerder beschouwd als een koude kleur. Ook al is de verwerking ervan in verf het resultaat van een koude en een warme kleur, toch kan de weergave warm of koud zijn afhankelijk van de verhoudingen van het recept.
Als het donker is, geeft het een warme indruk. Als het helder is, geeft het juist een fris gevoel. Bij de varianten van violet treffen we lila, mauve en pruim aan.
Het is een kleur die uiteraard in de natuur voorkomt: fruit, groenten, mineralen en planten.
Bij additieve synthese (de fysische benadering van kleur) is violet een tertiaire kleur die wordt verkregen door blauw en magenta te mengen, dat zelf dan weer een mengsel van blauw en rood is. Dus, als er wit licht door een prisma valt, zal het spectrum als laatste kleur violet geven. In de schilderkunst ontstaat violet volgens de subtractieve synthese door blauw en oranje te mengen.
Violet kreeg pas in de 18e eeuw haar naam, toen Newton het op het zonnespectrum tussen magenta en blauw identificeerde.
Violet, dat zeer weinig gebruikt werd in de oude kunst, is weer opgedoken aan het einde van de 20ste eeuw en heeft haar plaats opgeëist in streetart en decoratieve kunsten.
Kunstenares Isabelle Collin Dufresne nam op aanraden van Andy Warhol haar pseudoniem “Ultraviolet” op en toonde haar verknochtheid aan violet door zich op een overdreven manier te kleden, zelfs door een paarse pruik te dragen.
Glitterviolet